Eerbied, ook bij andere vergaderregels

Op Urk vergadert de gemeenteraad voortvarend. De raadsleden hebben ontzag en eerbied voor hun college van B en W. Dat mag, maar misschien is het toch wel iets teveel.

De raadsvergadering van Urk begint steevast met het vragenuurtje. Het SGP-raadslid Hendrik Jan Kaptein steekt van wal. ‘Ik wil graag terugblikken op de afgelopen Oranjenacht. Wij willen de jeugd en de Oranjevereniging complimenteren met hoe alles verlopen is. Maar klopt het dat café ’t Zoldertje tot vier uur ’s nachts open is geweest?’ vraagt Kaptein aan burgemeester Pieter van Maaren (CDA). De uiterste sluitingstijd is in Urk om twee uur ’s nachts. De SGP wil daarom weten of voor deze uitzondering een vergunning afgegeven en of er meer café’s later dan gebruikelijk open zijn geweest.

Kaptein: ‘Het gaat hier ten slotte om de zondagsrust’. In de eerste termijn zijn er geen vragen of bijdragen van andere raadsleden, waardoor de burgemeester meteen kan antwoorden. ‘In een convenant, dat we met de horeca hebben gesloten, staat dat ze op zondag van negen uur ’s avonds tot twee uur ’s nachts open mogen zijn. Mooier kan ik het niet maken. Maar ’t Zoldertje en café De Sluisdeur waren op de Oranjenacht langer open. Ik zal hierover met hen in gesprek gaan’.

In de tweede termijn stelt Kaptein het ‘zeer jammer’ te vinden dat de horeca ‘zo laat open was’. En op de rotonde in het dorp zijn er ook brandjes gesticht, zo stelt hij nu. ‘De politie greep niet in. Hoe kan dit?’ vraagt hij aan Van Maaren. De burgemeester zegt dat ingrijpen niet nodig was. Blijkbaar was het allemaal nog vrij onschuldig. ‘En ja, hoe grijp je dan in?’ vraagt de burgervader zich hardop af. Kaptein neemt hier genoegen mee. Ook nu zijn er geen opmerkingen van andere raadsleden. Op naar de volgende vraag, zou je denken.

De tweede termijn is immers voorbij. Echter, ineens komt er alsnog een opmerking van het raadslid Leendert Hakvoort (Hart voor Urk). ‘Het is met Oranjenacht allemaal heel ordelijk en netjes verlopen. De jongeren en de politie hebben het goed aangepakt’. Daarnaast heeft het raadslid Jan Hakvoort (ex-SGP, vormt nu een zelfstandige fractie) nog iets te zeggen over een onderwerp uit de eerste termijn: ‘Het horecaconvenant was van toepassing van zaterdag op zondag. De Oranjenacht was van zondag op maandag, dus was het convenant niet van toepassing!’ Hierop reageert de burgemeester dat het convenant ook geld voor andere dagen en daarmee wordt het onderwerp afgesloten.

Vervolgens zijn er nog andere raadsvragen, onder andere over de verlichting van een weg, containers voor oude kleding en een regeling voor arme burgers. Een paar keer lijken de eerste en tweede termijn ook door elkaar heen te lopen. Verder valt op dat burgemeester Van Maaren de onderwerpen voorzit die hemzelf aangaan. Dit terwijl het toch beter zou zijn als hij de voorzittershamer dan afgeeft aan de raadsoudste.

Wat in Urk opvalt is het volgende: de raadsleden hebben sowieso eerbied voor hun college. Ze zijn kritisch waar het moet, maar accepteren veel van hun bestuurders. Het niet volledig aanhouden van de procedurele regels, zoals de burgemeester die zijn eigen dossiers voorzit, zou kunnen voortkomen uit de houding die de raad voor het college toont.

Tja. Eerbied hebben is mooi, maar vergaderen volgens de regels is misschien nog wel mooier.