Geen ‘Roemernorm’ voor gemeenten
Minister Plasterk gaat niet samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met voorstellen komen om te kijken hoe de externe inhuur kan worden teruggedrongen. Dat blijkt uit de beantwoording van Kamervragen van SP-Kamerlid Ronald van Raak, naar aanleiding van een artikel van Binnenlands Bestuur.
Minister Plasterk gaat niet samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met voorstellen komen om te kijken hoe de externe inhuur van personeel bij gemeenten kan worden teruggedrongen. Dat blijkt uit de beantwoording van Kamervragen van SP-Kamerlid Ronald van Raak, naar aanleiding van een artikel van Binnenlands Bestuur.
Stijging
Voor het derde jaar op een rij zijn de kosten die gemeenten maken voor de inhuur van externe krachten gestegen, zo bleek onlangs uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2015. In dat jaar besteedden gemeenten gemiddeld 15 procent van de loonsom aan externe inhuur.
Tien procent
Daarmee overschrijden zij de ‘Roemernorm’. In 2009 nam de Tweede Kamer een motie van het toenmalige SP-Kamerlid en huidige fractievoorzitter Emile Roemer aan. In de motie werd de norm verwoord dat overheden en overheidsbedrijven niet meer dan tien procent van de personeelskosten mogen besteden aan inhuur van externen.
Decentralisaties
In antwoord op de Kamervragen van Van Raak antwoordde Plasterk dat de stijging een gevolg is van extra kosten die gemeenten hebben moeten maken in het kader van de decentralisatie van overheidstaken. Gemeenten hebben met name experts ingehuurd voor de ondersteuning van de bedrijfsvoering. Volgens de minister geeft ruim de helft van de gemeenten aan dat zij de kosten voor externe inhuur probeert terug te dringen door onder meer het vergroten van de inzet van het eigen personeel en vergroten van de interne mobiliteit.
Eigen verantwoordelijkheid
Plasterk wil niet samen met de VNG met voorstellen komen hoe de ‘Roemernorm’ ook bij gemeenten kan worden toegepast, zoals Van Raak vroeg. De ‘Roemernorm’ geldt volgens de minister alleen voor inhuur van extern personeel bij de ministeries. ‘Decentrale overheden hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid,’ aldus Plasterk.
In mijn gemeente (Ede) lijkt het zo ongeveer het ingesleten standaard antwoord van de gemeenteraad op ieder dossier dat ze niet begrijpen, of waar ze geen grip op krijgen: we wachten een extern onderzoek af.
En aangezien deze gemeenteraad de eigen bips nog niet kan afvegen zonder dat er een gedrukte handleiding op het wc-papier staat, zijn er al tientallen externe bureaus bezig om vraagstukken op te lossen waar de gemeenteraad nu juist voor verkozen is.
Bij de volgende verkiezingen kunnen we hier ook maar beter een kieslijst maken met externe bureaus dan met politieke partijen. Dat zou in ieder geval een stuk eerlijker zijn.