Advertentie
carrière / Achtergrond

Steeds vaker opgebrand

Steeds meer werknemers in Nederland vallen om door een burn-out. Vooral onder ambtenaren is ziekte door werkstress een ware epidemie. Preventie en hanteren van dit soort verzuim is niet alleen de verantwoordelijkheid van de werknemer, maar ook van de werkgever en zelfs van collega’s.

29 september 2017
lucifer---opgebrand.jpg

Langdurig verzuim onder gemeenteambtenaren stijgt

De klap kwam op maandag, na een weekje herfstvakantie. Die dagen had Erik Baas (38) met zijn gezin in een vakantiehuisje doorgebracht. Hij zat veel achter zijn meegebrachte laptop. Het werk moest af, vond hij. Op die eerste werkdag na de vakantie voelde hij zich wat gestrester dan normaal. Maar toen hij ‘s avonds de auto voor het huis parkeerde en uitstapte kwam de man met de hamer.

‘Ik trilde ineens van top tot teen, als een rietje’, vertelt de gemeenteambtenaar. ‘En toen ik de huiskamer inliep waar mijn vrouw en kinderen al aan tafel zaten, barstte ik in huilen uit. Ik was volledig opgebrand.’

Het is een fenomeen waar vrijwel elke afdeling in elk gemeente- of provinciehuis, ministerie of andere overheidsinstelling meer dan ooit mee te maken heeft. Langdurig ziekteverzuim door een burn-out. Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) waarschuwde deze maand dat het aantal mensen dat zich met een burn-out bij de bedrijfsarts meldt enorm toeneemt.

Uit ander onderzoek van TNO en het CBS bleek ook al dat één op de zeven medewerkers last heeft van burn-outklachten. En het A+O-fonds kwam dit jaar met cijfers dat het extra lange verzuim onder gemeenteambtenaren is gestegen: van 0,6 procent in 2015 naar 0,9 procent in 2016. Waarbij psychische klachten door werkstress de voornaamste oorzaak zijn en gemeenteambtenaren meer dan gemiddeld vertegenwoordigd.

Voor een deel ligt het aan de ambtenaren zelf. Ze trappen niet op tijd op de rem en gaan over hun grenzen heen. Maar door de bezuinigingen van de afgelopen jaren is de werkdruk ook daadwerkelijk toegenomen. Leidinggevenden en collega’s staan er meestal bij en kijken er naar. Werkgevers weten simpelweg nog niet goed hoe ze met door werkstress geteisterd personeel om moeten gaan, laat staan hoe werkstress te voorkomen.

Tegen muren
Met die wetenschap werd ook Erik geconfronteerd. Als nieuwe beleidsmedewerker veiligheid bij een middelgrote gemeente (de naam houdt hij liever geheim) liep hij al een tijdje tegen muren op. Het was de tijd dat de decentralisaties werden ingevoerd en hij samenwerking zocht met andere afdelingen. ‘Maar ik kreeg weinig medewerking’, vertelt hij. ‘De collega’s zaten op hun eigen eilandje en verdedigden hun territorium. Bang voor veranderingen’, blikt hij terug. ‘Ik ben ambitieus, wil graag ergens een stempel op drukken en voel me verantwoordelijk. Dat ging niet goed samen. Ik voelde me gefrustreerd en trok steeds meer werk naar me toe.’

De functionerings-en beoordelingsgesprekken waren echter altijd goed. Zijn leidinggevende miste de signalen, hij was gewoonweg tevreden over Eriks werk. Tot zijn burn-out, toen was de vriendschappelijkheid snel verdwenen. ‘Een paar dagen nadat ik me ziek had gemeld kreeg ik een kort en zakelijk mailtje van mijn teamleider waarmee ik altijd goed kon opschieten. De boodschap was: we hebben er geen vertrouwen meer in dat het goed komt, dus het contract wordt niet verlengd.’

‘Je kunt er niet omheen dat veel mensen uitvallen door stress op het werk. Dan is het logisch dat er iets moet gaan gebeuren’, constateert Lysanne van Schaik, die onlangs haar scriptie over burn-outs onder ambtenaren schreef, onderdeel van haar studie strategisch human resource management. Voor haar onderzoek interviewde ze ruim vierhonderd overheidsmedewerkers, met name veel gemeenteambtenaren. Ze kent het gemeentehuis echter ook van binnen, naast haar studie is ze namelijk werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer. ‘Mogelijk dat bureaucratie een van de oorzaken is’, zegt Van Schaik. ‘Veel regels worden ervaren als een opgave die alleen maar energie kost. Je ziet dat vooral de jongere ambtenaar daar veel last van heeft. En dat is zorgelijk, want het aantal werkenden met een burn-out blijft stijgen, dus ook onder de twintigers en dertigers’.

De onderzoeker legt de verantwoordelijk-heid voor het voorkomen van een burn-out echter niet alleen bij de werknemer of de werkgever neer. Ze vindt dat de hele omgeving een oogje in het zeil moet houden. ‘Doorbreek het taboe op psychische problemen door werkdruk, praat erover’, bepleit ze. ‘Iedereen kent wel een collega die eigenlijk veel te hard werkt, maar bijna niemand doet daar wat mee.’

Taboesfeer
Dat is ook Erik Baas’ ervaring. ‘Ik heb veel reacties gehad van collega’s die mijn klachten herkenden en ook toegaven tegen muren op te lopen. Maar toen was het te laat’, zegt hij. ‘Ongezonde werkstress en burn-outs moeten echt uit de taboesfeer, mensen durven er vaak niet over te praten omdat ze bang zijn dat het gevolgen heeft voor hun baan. Daarom vind ik dat leidinggevenden ervoor moeten zorgen dat werknemers zich veilig genoeg voelen om het te zeggen als het niet goed gaat. En vervolgens samen op zoek gaan naar een oplossing’, bepleit hij. Na maanden thuiszitten pakte hij de draad elders weer op en met succes.

Na verschillende detacheringen heeft hij weer een vaste baan bij een gemeente, en met plezier dit keer. Maar de gevolgen van zijn burnout voelt hij vier jaar na dato nog steeds. Zijn huidige werkgever, de Friese fusiegemeente DDFK (Dantumadeel, Dongeradeel, Ferwerderadeel en Kollumerland) heeft goed preventiebeleid.

‘Ik ben tegen mijn werkgever van het begin af aan open geweest over mijn verleden’, vertelt Baas. ‘Want de oorzaak van mijn burn-out lag ook aan mezelf, het heeft met mijn karakter te maken,’ geeft hij toe. ’Mijn leidinggevende reageerde heel goed. Ze schakelde een coach voor me in waarbij ik vooral aan zelfreflectie doe. Het coachen zie ik echt als persoonlijke ontwikkeling. Ik leer er veel van en kan het meteen in de praktijk brengen’.

Met zijn vroegere teamleider praatte Baas de zaken onlangs uit en hij voelt geen wrok meer. ‘Hij gaf toe dat hij destijds absoluut niet wist hoe hij met mijn burn-out om moest gaan en vond dat hij fouten had gemaakt. Toeval of niet,’ glimlacht Baas, ‘diezelfde teamleider heeft niet lang daarna een sabbatical genomen. Hij had ook behoefte aan reflectie, zo vertelde hij mij.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie