Advertentie
carrière / Achtergrond

‘Ik heb één jaar vrede gekend’

Goed geland: Een serie over vluchtelingen die carrière maken in de publieke sector. Deze keer: Rafaat Alebate uit Irak.

15 januari 2016

Rafaat Alebate (41) is in 2003 29 jaar en wil de burgemeester van Bathmen spreken. Lef kan hem niet worden ontzegd; hij praktiseert dan ook uitdrukkingen als ‘niet geschoten altijd mis’ en ‘wie geen risico neemt, komt nergens’. Maar er is meer aan verklaring.

Goed geland: Een serie over vluchtelingen die carrière maken in de publieke sector.

Alebate leeft grotendeels alleen. Hij heeft de ROA-woning in Deventer – waar huisgenoten te vaak en te luidruchtig feesten – kunnen verruilen voor een rustig ROA-huis, in een al even rustig dorp vijf kilometer verderop. ‘Ik had geen sparringpartner; niemand die me gevraagd dan wel ongevraagd advies gaf. Anders had ik wel beter geweten.’

Komt bij: Alebate vertaalt het woord burgemeester in ombudsman, door de functieaanduiding letterlijk te nemen: burgemeester, dat moet iemand voor de burger zijn. Wel, ik bén burger, dus bij hem moet ik wezen. ‘Als ik toen had geweten dat burgemeester het hoogste ambt van een gemeente is, had ik het wel uit mijn hoofd gelaten.’

Ook schaalgrootte zal geholpen hebben. Want zonder het te beseffen, klopt Alebate aan bij een gemeente die op het punt van verdwijnen staat omdat ze te klein bevonden is: Bathmen, zoals ook het dorp heet waar hij woont. Krap dertig man staan er op de loonlijst, de lijnen zijn kort, collega’s kennen elkaar persoonlijk. Zo ook de receptionist en de burgemeester. Eerstgenoemde belt spoorslags laatstgenoemde naar aanleiding van Alebates vraag. Het is in een handomdraai geregeld allemaal.

En dan heeft Alebate ook nog het geluk dat de burgemeester ontvankelijk is voor zijn verzoek. Jan Drost (VVD), de laatste, waarnemend burgemeester van Bathmen, verwijst hem naar een ­ambtenaar, en die helpt Alebate aan wat hij zo graag wil: een job in de ict – dondert niet wat als het maar ict is –  met alleszins de bereidheid het werk gratis en voor niets te doen.

Het wordt een tijdelijke aanstelling met behoud van uitkering – Alebate mag niet betaald werken zolang hij niet erkend is – waarbij hij het verschil in salaris met de baan in reguliere vorm mag houden. Aan Alebate, een hbo-afgestudeerd ict’er die vérder wil, de vraag om Bathmen ook in digitale zin te laten opgaan in de nieuwe werkelijkheid: Deventer. Want daar was nog eigenlijk niemand voor.

Rijkdom
Alebate’s moeder heeft het hem als kind zo vaak gezegd wanneer hij haar weer eens geholpen had, meestal met iets kleins, de tas boodschappen overnemen of zo: ‘Ik hoop dat je rijk wordt.’ Sinds hij in Nederland is (1997), gevlucht uit Irak, is hij gaan inzien wat ze hem werkelijk toewenste. Geen rijkdom in letterlijke zin, maar: de goede mensen tegenkomen. Zoals de laatste burgemeester van Bathmen; zoals – eerder – de vrouw van de Informatie Beheergroep die hem wees op een financiële mogelijkheid om te studeren, nadat hij overal nul op het rekest had gekregen; zoals – later – de docent van zijn mbo-opleiding op wiens 25-jarig huwelijksfeest op een boot op de IJssel hij zijn latere vrouw ontmoette (uit de delegatie van de Roemeense plaats waarmee Deventer een stedenband onderhoudt) en zoals – meer recentelijk – zijn leidinggevenden die hem de kans geven om zijn vleugels uit te slaan, op provinciaal en landelijk niveau.

1980. De 6-jarige Rafaat Alebate en zijn vriendjes stoppen abrupt met hun spel in de centrumwijk van Bagdad wanneer gevechtsvliegtuigen gierend overkomen, die – nog spectaculairder – elkaar met vuur bestoken. Wanneer de jagers voor even geweken zijn, worden de vrienden zich een ander geluid gewaar, afkomstig van hun moeders en andere vrouwen; die reageren op de gevechtshandelingen van zo-even met gekrijs. Het is dekking zoeken geblazen, iedereen als de wiedeweerga de kelders in.

De oorlog met Iran duurt acht jaar, dan is er een jaar vrede (‘ik heb één jaar vrede gekend’), dan breekt de oorlog uit die Irak begint, door Koeweit binnen te vallen; een oorlog die weer een jaar later – in ’91 – tot een einde komt, nadat een internationale troepenmacht Irak tot terugtrekken gedwongen heeft.

Maar de geest is uit de fles. Door het verlies dat Irak is toegebracht voelen de Koerden in het noorden en de sjiieten in het zuiden zich gesterkt in hun verzet tegen Saddam Hoessein, die in de jaren die volgen steeds meer de aanvoerder van de soennitische minderheid uit het noorden wordt in plaats van wat hij formeel is: president van het land.

Spion
En Rafaat Alebate wordt op enig moment aangemerkt als spion, omdat hij in en rond het winkeltje dat ze thuis hebben in vreemde valuta handelt, waaronder de dollar. Helemaal fout, in de ogen van Hoesseins Ba’ath­partij, die ook de rechtelijke macht controleert, ­waarmee de gearresteerde Alebate geen kans maakt op een eerlijk proces.

Het half jaar cel, waarvan de eerste weken in isolatie – met aan het plafond een rood peertje dat nimmer doofde – heeft hij diep weggestopt: te heftig voor woorden, met medegevangenen die zonder opgaaf van redenen verdwijnen, waarbij je het ergste vreesde. Eén ding wil hij zeggen, iets positiefs. Nooit kregen ze iets anders voorgeschoteld dan water en brood, op die ene keer na dan, ter gelegenheid van kerst (‘Ja, dat werd óók gevierd.’). Toen kregen ze elk een sinaasappel. Die heeft hij meteen verorberd, inclusief schil. ‘Ik wilde niets aan voedingsstoffen verloren laten gaan.’

Zijn ouders praten op hem in nadat ze hem met een borgsom hebben weten vrij te krijgen, maar Alebate is beslist: hij wil weg uit Irak, niet nog eens ‘de hel’ meemaken, een kans die bestaat; de uitspraak in zijn zaak moet nog volgen. Wanneer acht maanden later de eerste mede­gevangenen vier tot zes jaar cel krijgen opgelegd, voegt Alebate de daad bij het woord: hij vertrekt, 23 jaar oud.

Het omzeilen van controleposten in Noord-Irak is nog een van de makkelijkste horden: betaalde contacten wijzen hem op alternatieve weggetjes, waarlangs Alebate het ‘land’ van de Koerden weet te bereiken. Die gooien hem tot zijn stomme verbazing in de cel; wie zegt hen dat deze man geen handlanger van Hoessein is? Zijn perspectief is beroerder dan ooit.

Het is tijd voor een list. Alebate weet een bewaker met 50 dollar zo ver te krijgen dat een ‘oom’ – feitelijk een Koerdische handelaar die in Bagdad vaker over de vloer kwam – wordt ingeseind. Wanneer die drie dagen later verschijnt met ‘ha neefje van me’ als aanhef, is Alebate vrij. Een betaalde gids helpt hem naar Turkije, waar hij uitgemergeld aankomt. Vanaf daar doet Alebate er het zwijgen toe, om een andere betrokkene niet in zijn verhaal te hoeven betrekken.

Vakprijs archiveren
Bijna twintig jaar is hij in Nederland nu. Wel eens gediscrimineerd? ‘Dat is zwaar gesteld. Wel merk je dat mensen vooroordelen hebben. De winkeljuffrouw van een parfumerie waar je een luchtje ruikt bijvoorbeeld, vraagt niet of het lekker is, maar noemt meteen de prijs. Boodschap: wat doe jij hier? Of vragen op feestjes als: ‘Hebben jullie thuis een toilet?’ en ‘In welke taal droom jij?’’ Alebate vindt het vervelend, maar weet: dit is alleen in het begin. Hebben ze eenmaal door hoe ik ben, dan voel je ze denken: niks mis mee.

Alebate migreert in 2005 vrolijk mee met Bathmen, naar de gemeente Deventer, waar hij nog altijd werkt. Sinds anderhalf jaar maakt hij er minder uren, door een detachering bij het Historisch Centrum Overijssel; twee dagen in de week.

Sinds een jaar is de gemeentetijd nog verder teruggebracht, door een tweede detachering, bij het Nationaal Archief, ook twee dagen in de week. Op beide posten werkt hij aan het digitale archief (‘e-Depot’), dat het bewaren en ontsluiten van stukken moet veiligstellen. De clubs vroegen Alebate erbij, nadat hij vragen had gesteld waar ze zo snel geen antwoord op hadden. In 2010 won hij een vakprijs voor de wijze waarop hij archiefsoftware had ‘ingericht’.

In zijn vrije tijd helpt Alebate vluchtelingen aan afgedankte pc’s. Zo nodig lapt hij ze op; zijn hobby sinds hij op school in Irak kennismaakte met programmeertalen. ‘Net in Nederland voelen vluchtelingen zich te goed voor tweedehands spul. Maar zijn ze eenmaal door hun geld heen, dan staan ze erom te springen.’

Ik wil wat jij allemaal hebt, zeggen ze: een goede baan, inkomen voor je gezin. ‘Kan niet’, zegt hij dan beslist: ‘Je moet het stapje voor stapje aanpakken. Zo heb ik het ook gedaan.’


CV
Rafaat Alebate

GEBOREN op 27 april 1974 in Amarah, Irak
AANKOMST in ­Nederland: 1997
OPLEIDING: hbo bedrijfskunde en informatica, Saxion (afgerond in 2003)
WERK: 2003 – 2005         Gemeente Bathmen, systeembeheer
2005 – nu Gemeente Deventer, ict: eerst vier jaar systeem­beheer, voorts applicatiebeheer, in het bijzonder ‘document management’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie