Advertentie
carrière / Achtergrond

Britse ambtenaren in de spagaat

In de rubriek Over de grens beschrijven we bijzondere ontwikkelingen in het buitenland op het gebied van ambtenaren en bestuur. Deze keer: wat betekent de Brexit voor ambtenaren?

12 augustus 2016
vlag-nederland-en-engeland.jpg

Ambtenaren in het Verenigd Koninkrijk leven in een onzekere tijd na de winst van het Brexit-kamp. Een deel van hen werkte tot voor kort voor een bewindspersoon die campagne voerde voor het ‘leave’-kamp, maar voert nog dagelijks EU-taken uit.

Over de grens
In de rubriek Over de grens beschrijven we bijzondere ontwikkelingen in het buitenland op het gebied van ambtenaren en bestuur.

Die onzekerheid duurt nog wel een tijdje, zolang de ‘carve out’ nog niet is afgerond. Voor Schotse ambtenaren is het nog een slag ingewikkelder. Zij moeten tegelijk aan een Brexit én een mogelijke afscheiding van het Verenigd Koninkrijk werken. Niet alleen in het land is er een EU-schisma ontstaan, ook binnen het Britse ambtenarenapparaat is er een tweedeling. Britse Bre xit-politici twijfelen bijvoorbeeld openlijk of de overheidsdienaren die voor het EU-lidmaatschap zijn, zich wel voldoende inzetten bij de ophanden zijnde afscheiding.

Aan de andere kant zijn er, net als bij de bevolking, veel eurosceptici onder de ambtenaren. Dat komt omdat ze van oudsher heel anders tegen de EU en Europese samenwerking aankijken dan bijvoorbeeld hun Nederlandse collega’s: het gemeenschapsgevoel leeft veel minder. Volgens onderzoeker en hoofddocent Bestuurskunde Caspar van den Berg heeft dit verschil vooral te maken met enerzijds de Britse eilandmentaliteit en anderzijds het feit dat Nederland een van de ‘founding members’ is van de Europese Unie.

‘De Britten bekijken de samenwerking veel pragmatischer per onderwerp en per beleidsterrein. Ze hebben vanaf hun toetreding meer dan de Nederlanders op het eigen economische belang gestuurd’, aldus Van den Berg. ‘Het Britse ambtenarenapparaat heeft Europa dus nooit echt omarmd. Maar het Verenigd Koninkrijk kon zich wel wat permitteren, het is een groot land met een behoorlijke machtspositie.’

Ontslagen
Overigens zijn er zo’n duizend Britse EU-ambtenaren en nog een paar honderd Britten die bij EU-aanverwante organisaties werken. Zij moeten waarschijnlijk uitkijken naar een nieuwe baan. Britten die in vaste dienst bij de Europese Commissie zijn, kunnen weliswaar niet ontslagen worden, maar wel wordt hun positie zwakker; ze komen niet meer in aanmerking voor promoties boven het niveau van directeur. Sommigen van hen zijn heel praktisch en kijken uit naar een nieuwe nationaliteit. Naar verluidt is er onder een deel van hen al een run op Belgische paspoorten ontstaan. De Britse Europarlementariërs en de Eurocommissaris kunnen in elk geval gaan solliciteren. Dat hoeft trouwens niet op stel en sprong. Naar verwachting neemt de Brexit nog zeker twee jaar in beslag, tot die tijd blijft Groot-Brittannië bij de EU.


Provincieambtenaar blijer met EU
Mocht er ooit een Nexit-referendum onder Nederlandse ambtenaren gehouden worden, dan is een ‘remain’ vrijwel zeker, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Leiden, Utrecht en de Radboud Universiteit. Toch is van overmatig enthousiasme bij het ambtenarenapparaat nauwelijks sprake. Want 39 procent van de overheidsmedewerkers is neutraal over ons lidmaatschap van de Europese Unie, en 21 procent is zelfs ronduit negatief. Daarmee zijn de Nederlandse ambtenaren iets positiever over de EU dan de Nederlandse bevolking als geheel.

Overigens zijn provincieambtenaren een stuk blijer met de Europese Unie dan hun collega’s bij gemeenten. Dat heeft te maken met lusten en lasten. ‘Kort gezegd krijgen provincieambtenaren het meest met de voordelen van de Europese integratie te maken, namelijk de Europese geldstromen’, legt onderzoeker Caspar van den Berg uit. ‘Gemeenteambtenaren hebben vooral te maken met de lastige Brusselse regels over aanbesteden en staatssteun. Datzelfde geldt voor ambtenaren die bij de waterschappen werken.’

Eén ding is wel opvallend: Nederlandse ambtenaren die actief zijn in Brussel, denken niet extreem veel positiever over EU-integratie dan de rest van het ambtenarenkorps. Zo denkt van de Nederlandse ambtenaren die voor de EU werken slechts 47 procent positief over de Europese integratie. Daarmee wijkt de mening over het Europees bestuur niet extreem af van die van de burger. Van den Berg: ‘Het kleine verschil zit hem waarschijnlijk in het feit dat ambtenaren milder oordelen over de EU omdat ze meer gewend zijn aan de dilemma’s van het openbaar bestuur.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie